De zorg voor kinderen en jongeren bestaat in Zweden uit twee pijlers: persoonlijke assistentie en persoonlijke leerlingbegeleiding.
Hoe wordt de persoonlijke assistentienood bepaald?
Elk kind heeft het recht om op te groeien binnenin een gezin. Voorzieningen voor kinderen zijn er quasi niet. Afhankelijk van de ondersteuningsnood krijgen personen met een beperking er een contingent uren assistentie per week toegewezen. Dit kan gaan van een aantal uren per week tot 24/7 ofwel 168 uren per week assistentie. Kinderen met een grote ondersteuningsnood krijgen dus de klok rond persoonlijke assistentie. De ondersteuningsnood wordt bepaald door een multidisciplinair team.
Er zijn in Zweden bijna geen scholen voor buitengewoon onderwijs. Men gaat uit van het principe dat elk kind recht heeft op onderwijs in een gewone school vlakbij huis. De enige scholen voor buitengewoon onderwijs zijn scholen voor dove, slechthorende, blinde leerlingen of leerlingen met ernstige spraakstoornissen. De reden? Een specifieke doelgroep kinderen die nood heeft aan het communiceren met gebarentaal of braille. Om die communicatie goed onder de knie te krijgen, leren ze eerst met leeftijdsgenootjes communiceren vooraleer ze weer naar de gewone school trekken.
Daarnaast bestaan er in sommige scholen wel aangepaste, kleine klasjes voor leerlingen met extra ondersteuning op maat. De meeste leerlingen echter volgen les in een gewone klas in het gewoon onderwijs. Samen leren vindt men in Zweden ontzettend belangrijk. Het vormt de hoeksteen voor een inclusieve maatschappij.
Sowieso krijgt elke leerling er steeds zorg op maat. Zo wordt o.a. het curriculum aangepast op maat van het kind.
Wat is persoonlijke leerlingbegeleiding?
In de klas worden de kinderen ondersteund door “special needs teachers.” Deze leerkrachten begeleiden de kinderen met specifieke onderwijsbehoeften één op één binnenin de gewone klas.
In vergelijking met Vlaanderen waar de budgetten naar scholen gaan en de leerkrachten vaak hun plan moeten trekken, volgt in Zweden het budget voor extra begeleiding het kind. Het wordt niet toegewezen aan een school. Elk kind krijgt dus die extra zorg die het zelf nodig heeft. Budgetair zit er dan ook geen limiet op het budget. Het wordt bepaald door de ondersteuningsbehoefte.
SPSM, het Nationaal Agentschap voor extra ondersteuning in de school, doet aan research, biedt aangepast didactisch materiaal aan, organiseert vernieuwende vormingssessies, begeleidt leerkrachten en persoonlijke leerlingbegeleiders individueel, leidt ook ouders en familieleden op (bv. symbolenleer.)
Rond elk kind wordt een individueel multidisciplinair team gevormd. Dit team zoekt samen naar de beste oplossingen voor het kind inzake onderwijs, opvoeding, vrije tijd,… Naast professionele hulpverleners zetelen hier ook de leerkrachten, persoonlijke leerlingbegeleiders, ouders en assistenten in.
Voor jongeren die doorstromen naar het hoger onderwijs of de universiteit staat er weer een heel team klaar om die aanpassingen te voorzien die nodig zijn om de student optimale slaagkansen te bieden. (bv. Individueel leertraject, hulpmiddelen, tutoring,…)