Verbindt ouders van bijzondere kinderen

Begrippenlijst

In de zorgsector wordt er vaak gegoocheld met begrippen, afkortingen en medische termen. Het vraagt dan ook heel wat opzoekingswerk om uit te vissen wat al die termen precies willen zeggen. Daarom lijsten we hier de meest gebruikte afkortingen en begrippen even voor je op.

 

Afkortingen

ADL

Activiteiten dagelijks leven

ASS

Autismespectrumstoornis

BBC

Bijzondere Bijstandscommissie

CAW

Centrum voor Algemeen Welzijnswerk

DMW

Dienst maatschappelijk werk

DOP

Dienst ondersteuningsplan

FAM

Flexibel aanbod meerderjarigen

GES

Gedrags- en emotionele stoornissen

HOC

Heroverwegingscommissie

IDO

Individuele dienstverleningsovereenkomst

ITP

Intersectorale Toegangspoort jongerenwelzijn

IJH

Integrale Jeugdhulp

IMB

Individuele materiële bijstand

IT

Integratietegemoetkoming

IVT

Inkomensvervangende tegemoetkoming

ITJ

Intersectorale Toegangspoort jeugdhulp

Mano

Maatschappelijke noodzaak

MDT

Multidisciplinair team

MDV

Multidisciplinair verslag

MFC

Multifunctioneel centrum

NAH

Niet aangeboren hersenletsel

nRTH

niet-Rechtstreeks toegankelijke hulp

OCMW        

Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn

PAB

Persoonlijk assistentiebudget

PEC

Provinciale evaluatiecommissie

PVB

Persoonsvolgend budget

PVF

Persoonsvolgende financiering

RIZIV

Rijksdienst voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

RPC

Regionale prioriteiten commissie

RTH

Rechtstreeks toegankelijke hulp

RVT

Rust- en verzorgingstehuis

TBS

Terbeschikkingstelling

TVV

Terugvorderbaar voorschot

VAPH

Vlaams Agentschap voor mensen met een handicap

VZA

Vergunde Zorgaanbieder

WVG

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

WZC

Woonzorgcentrum

ZZI

Zorgzwaarte instrument

 

 

Begrippen (alfabetisch)

Aanvraag voor hulpmiddelen en aanpassingen (voorheen aanvraag voor ondersteuning- A001-formulier): Het aanvraagformulier Aanvraag voor hulpmiddelen en aanpassingen (voorheen Aanvraag voor ondersteuning en A001-formulier) kan gebruikt worden bij een aanvraag voor hulpmiddelen en aanpassingen of een vraag voor W1 (verplaatsings- en verblijfskosten, gewoon onderwijs). Dit document kan niet gebruikt worden als aanvraagformulier voor een persoonlijk assistentiebudget of persoonsvolgend budget (PVB).

Activiteiten dagelijks leven (ADL): Algemene dagelijkse levensverrichtingen zijn de handelingen die mensen dagelijks in het gewone leven verrichten. Het begrip wordt vooral in de zorg gebruikt om te bepalen in hoeverre iemand zelf­redzaam is.

Advieslijn: De advieslijn van Onafhankelijk Leven vzw is een gratis dienstverlening die aangeboden wordt aan iedereen die vragen heeft over PAB en PVB. Je kan de advieslijn elke werkdag telefonisch bereiken. Mailen kan ook via advies@onafhankelijkleven.be.

Ambulante begeleiding: Ambulante begeleiding is algemene psychosociale ondersteuning van minimaal één uur en maximaal twee uur, waarbij de persoon met een (vermoeden van) handicap of zijn netwerk zich naar de hulpverlener verplaatst.

Automatische toekenningsgroepen: Automatische toekenningsgroepen zijn groepen van personen met een handicap die de hoogste prioriteit krijgen en op zeer korte termijn een budget ter beschikking gesteld zien. Er worden door de Vlaamse Regering vier automatische toekenningsgroepen vooropgesteld. Zie ook PVB na noodsituatie, NAH-procedure, maatschappelijke noodzaak en overgang minderjarigen- meerderjarigen.

Basisondersteuningsbudget: Het basisondersteuningsbudget of zorgbudget voor mensen met een handicap, is een Vlaamse tegemoetkoming die 300 euro per maand bedraagt, en uitbetaald wordt door de zorgkas waarbij de persoon aangesloten is.

Begeleid werken: Begeleid werken is de individuele en trajectmatige begeleiding van een gebruiker die niet kan worden ingeschakeld in het bestaande reguliere of beschermde arbeidscircuit.

Begeleid wonen: Diensten begeleid wonen richten zich tot volwassenen met een beperking die zelfstandig of in een kleine groep wonen, en enkele uren per week nood hebben aan begeleiding. De (ambulante) begeleiding van een dienst begeleid wonen kan zowel praktische ondersteuning bij dagdagelijkse activiteiten als psychosociale begeleiding (opvoeding kinderen, relaties) zijn. De zorgvorm begeleid wonen staat open voor alle vormen van beperkingen. De kosten voor ondersteuning binnen deze woonvorm kunnen betaald worden met PVB. Je staat zelf in voor de betaling van de woon- en leefkosten.

Begeleid zelfstandig wonen: In Vlaanderen is begeleid zelfstandig wonen een voorziening van de bijzondere jeugdzorg. Het wordt aan jongvolwassenen die in een pleeggezin of opvangtehuis verblijven toegestaan als overgang naar volledige zelfstandigheid bij hun meerderjarigheid.

Beheerskosten: Het zorggebonden budget wordt vermeerderd met de beheerskosten. Die bedragen 10,35 % van het zorggebonden budget. Beheerskosten zijn enkel voor wie met een cash budget werkt. Wie met een voucher werkt, heeft recht op overheadkosten.

Bijstand: Voor hulp bij de opstart en het beheer van je persoonlijke-assistentiebudget of van je persoonsvolgend budget kan je terecht bij een bijstandsorganisatie.

Bijstandsorganisatie: Organisatie die mensen met een handicap die gebruikmaken van een persoonsvolgend budget begeleidt.

Bijzondere bijstandscommissie (BBC): De bijzondere bijstandscommissie beoordeelt aanvragen van innovatieve en bijzondere hulpmiddelen en aanpassingen. Voor die soorten hulpmiddelen en aanpassingen moet goed gemotiveerd zijn waarom ze noodzakelijk zijn.

Budgetcategorie: De budgetcategorie geeft de hoogte van het budget aan. De tabellen van PVB en PAB komen niet overeen. Dat wil dus zeggen dat categorie III van de PVB-tabel niet dezelfde is dan categorie III van de PAB-tabel. De budgetten van PVB liggen hoger. Voor PVB zijn er 24 budgetcategorieën.

Budgethouder: Persoon met een handicap die een persoonsvolgend budget ter beschikking heeft of de wettelijk vertegenwoordiger van deze persoon.

B-waarde: begeleidingsintensiteit: De begeleidingsintensiteit geeft aan hoeveel begeleiding een persoon met een handicap overdag nodig heeft van andere personen. Er zijn negen niveaus van begeleidingsintensiteit (B0 tot en met B8). Hoe hoger de waarde, hoe meer nood aan begeleiding.

Coach: PAB en PVB-coach: Dit is een zorgconsulent die bij jou aan huis komt en je helpt met ondersteuning op maat van jouw budget. De coach helpt met het plannen van jouw assistentie, met de administratie. Jij kiest zelf in hoeverre de coach jou ondersteunt.

Contactpersoon-aanmelder (CP-A): Om de aanvraagprocedure bij de intersectorale toegangspoort op te starten (PAB), neemt u contact op met een dienst die uw 'contactpersoon-aanmelder', de vroegere contactpersoon, kan zijn. Voor personen met een handicap zijn dat multidisciplinaire teams die erkend zijn door het agentschap Jongerenwelzijn. U vindt ze terug via de website van het agentschap Jongerenwelzijn. Samen met uw contactpersoon-aanmelder, vult u het 'aanmeldingsdocument (A-document)' in. Uw contactpersoon-aanmelder bezorgt dat document, samen met andere nodige documenten, aan de toegangspoort. Uw contactpersoon-aanmelder volgt samen met u het hele verloop van de procedure op. Binnen de persoonsvolgende financiering wordt niet meer gesproken van een contactpersoon. Voor advies en begeleiding voor de aanvraag en opvolging van het persoonsvolgend budget kan u op heden terecht bij de Diensten Ondersteuningsplan, Diensten Maatschappelijk Werk, Gebruikersraden en Multidisciplinaire Teams.

CRZ: De Centrale Registratie van Zorgvragen verloor op 1 mei 2016 haar bestaansreden. Actieve zorgvragen die op deze datum met een actieve zorgvraag geregistreerd stonden op de CRZ werden door het VAPH, samen met de betrokken contactpersoon, omgezet in een vraag naar een persoonsvolgend budget (PVB).

De CRZ-vragen werden omgezet in termen van ondersteuningsfuncties, waarbij per functie een frequentie wordt aangegeven (aantal dagen/nachten/uren per week:

  • woonondersteuning
  • dagondersteuning
  • individuele praktische hulp
  • psychosociale begeleiding
  • globale individuele ondersteuning
  • oproepbare permanentie

De niet-actieve vragen op de CRZ werden beantwoord met een aanbod van Rechtstreeks toegankelijke hulp of mogelijkheden om de vraag te herformuleren.

Dagondersteuning: Dagondersteuning is begeleiding en permanentie in groep overdag, gedurende een aantal dagen per week of een hele week. Voorbeelden: atelierwerking, activiteiten in een dagcentrum, uitstappen in groep, begeleiding in groep, dagbesteding bij een groenezorginitiatief

Dagopvang: Opvang overdag, zowel in de week als in het weekend.

Dienst maatschappelijk werk: De diensten maatschappelijk werk van het zie­kenfonds bieden hulp en dienstverlening aan aan gebruikers en hun mantelzor­gers. Deze diensten beantwoorden vragen over: thuiszorg; zorgverzekering; kinderbijslag; pensioenen; sociale of financiële situatie; ziekte- en invaliditeits­verzekering; administratieve aangelegenheden; inschrijvingen bij het Vlaams Agentschap voor Mensen met een handicap ...

Dienst ondersteuningsplan: Een dienst ondersteuningsplan helpt om de ondersteuningsnood in kaart te brengen en helpt zoeken naar de meest ge­schikte ondersteuning. Als resultaat krijgt de persoon met een handicap een ondersteuningsplan dat al de mogelijkheden van de persoon en de omgeving op een rijtje zet.

Diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg: Gezinszorg is de basis­zorg die noodzakelijk is opdat zorgbehoevende personen (fysiek, psychisch en/of sociaal) thuis kunnen blijven wonen Deze zorg wordt aangeboden in de vorm van persoonsverzorging, huishoudelijke hulp en schoonmaakhulp als­ook de daarmee verband houdende algemene psychosociale en pedagogische ondersteuning. Het doel van gezinszorg is om het gezinsleven in stand te houden, onder­steunen of herstellen. Een dienst voor logistieke hulp en aanvullende thuis­zorg verricht schoonmaakhulp, klusjeshulp en/of oppashulp op verzoek van de gebruiker of zijn vertegenwoordiger indien uit zijn sociaal onderzoek blijkt dat de draagkracht van de gebruiker of zijn omgeving, hetzij wegens geestelijke of lichamelijke ongeschiktheid, hetzij wegens bijzondere sociale omstandighe­den, onvoldoende is.

Directe financiering: Directe financiering is een methode waarbij de persoon met een ondersteuningsnood zelf een budget in handen krijgt om zijn zorg te organiseren. Het budget wordt toegekend op basis van de individuele nood. Dankzij directe financiering hebben personen veel meer zeggenschap over hun eigen leven. Het persoonlijke-assistentiebudget (PAB) en persoonsvolgend budget (PVB) is een manier van directe financiering van de zorg.

Flexibel aanbod meerderjarigen (FAM):  Een Flexibel Aanbod Meerderjarigen is een nieuw stelsel voor voorzieningen voor meerderjarigen na de installatie van de persoonsvolgende financiering om flexibeler te kunnen ingaan op ondersteuningsvragen.

Gebruikersorganisaties: Organisaties die personen met een beperking samenbrengen. Deze organisaties komen rechtstreeks voort uit de persoonlijke betrokkenheid van enkele mensen, die zich verenigden om zo rechtstreeks met de overheid te kunnen spreken en voor hun rechten op te komen. Er zijn ook in andere sectoren gebruikersorganisaties, bv de vakbonden.  

FOD Sociale Zekerheid: Federale overheidsdienst van de sociale zekerheid, het vroegere ministerie van sociale zaken, zorgt voor een inkomensvervangende- of integratietegemoetkoming bij het verlies van een beroepsinkomen, een aanvullend inkomen bij bepaalde sociale lasten, een rustpensioen, een invaliditeitspensioen, een tegemoetkoming hulp aan bejaarden of een bijstandsinkomen.

Gebruikersvereniging met informatieloket: Een gebruikersvereniging is een organisatie die personen met een (vermoeden van) handicap vertegenwoordigt. Het VAPH vergunt en subsidieert enkele gebruikersverenigingen die een informatieloket aanbieden. Het kan daarbij gaan om een informatieloket voor mensen met een handicap of een informatieloket voor collectieve overlegorganen.

Gemachtigde expert: Een gemachtigde expert is een organisatie die door het VAPH gemachtigd is om gespecialiseerd persoonlijk advies te verlenen over hulpmiddelen en aanpassingen in het kader van een hulpmiddelenaanvraag. Dat advies kan enkel verleend worden nadat het adviserende multidisciplinair team (MDT) ondersteuning vroeg aan het Kenniscentrum Hulpmiddelen (KOC) van het VAPH en het KOC besliste om de vraag door te verwijzen naar een expert.

Globale individuele ondersteuning: Globale individuele ondersteuning is een-op-eenondersteuning die eerder ruim is en meerdere levensdomeinen kan omvatten. De aard van de ondersteuning kan verschillen en de verschillende vormen van ondersteuning kunnen door elkaar lopen. Het kan gaan om stimulatie, coaching, training en assistentie bij activiteiten. Globale individuele ondersteuning is er voor minderjarigen (via rechtstreeks toegankelijke hulp) en voor meerderjarigen (via het persoonsvolgend budget). Voorbeeld van GIO voor minderjarigen: bij de start in het eerste leerjaar verkent de begeleider samen met een kind met een visuele beperking de omgeving van de klas en denkt hij mee met de school over het veiliger maken van het traject. Voorbeeld van GIO voor meerderjarigen: de verschillende taken bij het koken worden besproken en eventueel aangeleerd of samen uitgevoerd.

Groenezorginitiatief: Een groenezorginitiatief is een initiatief van een bedrijf, vereniging of particulier waarin activiteiten van land- of tuinbouw of activiteiten die betrekking hebben op de omgang met planten of dieren, deel uitmaken van de dagactiviteiten voor mensen uit kwetsbare groepen. De activiteiten gebeuren onder begeleiding.

Groepsbegeleiding: Groepsbegeleiding is algemene psychosociale ondersteuning van minimaal één uur en maximaal twee uur van twee of meer personen met een (vermoeden van) handicap of hun netwerk.

Handicap: Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren.

Herziening: PAB: Je kan een herziening van je PAB vragen bij een sterke toename van je zorgbehoefte of een verandering in je thuissituatie. Ook van op de wachtlijst kan je een herziening aanvragen: je hoeft dus helemaal nog geen PAB te hebben. Een herziening aanvragen heeft enkel nut wanneer er een “manifeste toename van de zorgbehoefte” is. Zo’n manifeste toename van de zorgbehoefte vloeit voort uit blijvende wijzigingen in je beperking of je gezins- of leefsituatie.  Deze aanvraag doe je met hulp van een multidisciplinair team, erkend voor PAB. 

Herziening: PVB: Een herziening van een eerder genomen beslissing voor een Persoonsvolgend Budget (PVB) is mogelijk onder bepaalde voorwaarden en kan zowel op initiatief van de persoon met een handicap, zijn wettelijk vertegenwoordiger of zijn bewindvoerder als van het VAPH gevraagd worden. De situatie van de persoon met een handicap moet in belangrijke mate veranderd zijn sinds de recentste beslissing over de toewijzing van een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning door het agentschap. De verandering moet dus een duidelijk effect hebben op de ondersteuningsnood waardoor die sneller dan voorzien noodzakelijk is of waardoor het oorspronkelijk toegekende budget niet meer correct is. De aanvraagprocedure is afhankelijk van het effect dat de gewijzigde situatie heeft, een aangepast budget en/of een snelle toegang tot het budget. De Heroverwegingscommissie staat hiervoor in.

Heroverwegingscommissie (HOC): In bepaalde gevallen neemt het VAPH, vooraleer de aanvraag tot ondersteuning definitief te weigeren of goed te keuren, een voornemen van beslissing. Wie niet akkoord gaat met dat voornemen kan een verzoekschrift tot heroverweging indienen. De heroverwegingscommissie (adviescommissie) moet advies verlenen over die verzoekschriften.

Hulpmiddelen en aanpassingen (individuele materiële bijstand) (IMB): Hulpmiddelen en aanpassingen kunnen helpen om activiteiten waarbij iemand moeilijkheden ondervindt, uit te voeren: een hoog-laagbadzit om vlot in en uit het bad te komen, een beeldschermloep om tekst vergroot te lezen, een trilwekker om gewekt te worden, een aangepaste woning of auto, aanpassingen om de computer te kunnen gebruiken ... Het VAPH geeft tegemoetkomingen voor hulpmiddelen en aanpassingen. Een tegemoetkoming voor hulpmiddelen en aanpassingen moet aangevraagd worden.

Hulpmiddelendatabank: De hulpmiddelendatabank geeft informatie over de hulpmiddelen op de markt in Vlaanderen. Je vindt er productinfo, prijzen en de gegevens van de leveranciers.

Inclusie: De volwaardige insluiting van achtergestelde groepen in de samenleving zoals personen met een beperking. Deze visie gaat uit van gelijkwaardige rechten en plichten voor iedereen.

Individuele dienstverleningsovereenkomst (IDO): De individuele dienstverleningsovereenkomst is een overeenkomst tussen de VAPH-zorgaanbieder en de persoon met een handicap . Daarin wordt afgesproken welke ondersteuning de zorgaanbieder zal bieden. Ook de duur, frequentie en vergoeding van de ondersteuning worden bepaald.

Individuele praktische hulp: Individuele praktische hulp is praktische hulp in een een-op-eenrelatie bij algemene dagelijkse activiteiten van het leven (ADL) gedurende een aantal uur per week. Voorbeelden: hulp bij het wassen, eten of aankleden, voorwerpen oprapen of aanreiken, praktische hulp op de werkvloer.

Individuele psychosociale begeleiding: Individuele psychosociale begeleiding is een-op-eenbegeleiding om te helpen nadenken over de organisatie van het dagelijkse leven, gedurende een aantal uur per week. De begeleiding beperkt zich tot inhoudelijke begeleiding. Je krijgt geen praktische hulp. Voorbeeld: nadenken over de organisatie van het huishouden.

Inkomensvervangende tegemoetkoming: Een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) is een tegemoetkoming voor personen die door hun handicap niet kunnen werken of slechts 1/3e kunnen verdienen dan wat gezonde mensen op de algemene arbeidsmarkt kunnen verdienen. Aan deze tegemoetkoming zijn echter een paar voorwaarden gekoppeld namelijk: nationaliteit, woonplaats, leeftijd, inkomsten ( zowel van de persoon met een handicap als van de persoon met wie hij samenwoont).  

Integratietegemoetkoming (IT): Een integratietegemoetkoming is een vervangingsinkomen voor personen tussen 20 en 66 jaar die, omwille van een handicap, ernstige moeilijkheden hebben bij het uitvoeren van dagelijkse activiteiten (koken, eten, zich wassen, poetsen, …) waardoor hun zelfredzaamheid sterk verminderd is. Ook voor deze tegemoetkoming zijn er voorwaarden op vlak van leeftijd, erkenning als persoon met een handicap, nationaliteit, domicilie en verblijf in België en bepaalde inkomensgrenzen niet overschrijden. Zowel een IT als een IVT vraag je aan bij de FOD Sociale Zekerheid.

Intersectorale toegangspoort: Minderjarigen die nog niet erkend zijn door het VAPH als persoon met een handicap, moeten hun eerste aanvraag voor hulpmiddelen indienen bij de intersectorale toegangspoort (ITP), een dienst van het agentschap Opgroeien van de Vlaamse overheid. Om de procedure op te starten, neemt u contact op met een multidisciplinair team (MDT), dat erkend is om minderjarigen te begeleiden bij hun aanvraag bij de intersectorale toegangspoort. Het team maakt een aanvraagdocument (A-document) op en bezorgt dat aan de intersectorale toegangspoort. Minderjarigen die al erkend zijn als persoon met een handicap door het VAPH vóór 1 maart 2014 of die voor de tweede of volgende keer een tegemoetkoming voor hulpmiddelen of aanpassingen vragen, moeten geen aanvraag meer indienen via de intersectorale toegangspoort. Zij volgen dezelfde aanvraagprocedure als die voor meerderjarigen bij het VAPH.

Intersectorale toegangspoort jongerenwelzijn (ITP): Heel wat voorzieningen voor minderjarigen, zoals een begeleidingstehuis, een pleeggezin of een inter­naat voor kinderen met een handicap, zijn niet rechtstreeks toegankelijk. Dit betekent dat je een procedure moet doorlopen om er gebruik van te maken. Dit niet-rechtstreekse aanbod van jeugdhulp is bereikbaar via één en dezelfde procedure: de intersectorale toegangspoort.

Kortverblijf/respijtzorg: Mensen met een handicap met een persoonsvolgend budget kunnen onder bepaalde voorwaarden beroep doen op kortverblijf of respijtzorg. Kortverblijf of respijtzorg houdt in dat er jaarlijks gebruik gemaakt kan worden van maximum 60 nachten (en dagen) kortopvang bovenop het persoonsvolgend budget.

Mijn VAPH: Via het e-loket mijnvaph.be kunt u of uw wettelijk vertegenwoordiger uw persoonlijk dossier bij het VAPH online raadplegen.

Maatschappelijke noodzaak (Mano): Wie zich in een situatie van maatschappelijke noodzaak bevindt (wanneer er sprake is van ernstig misbruik of verwaarlozing van de persoon met een handicap naar zijn mantelzorgers toe of omgekeerd), kan vragen om die maatschappelijke noodzaak te laten vaststellen binnen zijn aanvraag voor een persoonsvolgend budget.

Mobiele begeleiding: Mobiele begeleiding is algemene psychosociale ondersteuning van minimaal één uur en maximaal twee uur, waarbij de hulpverlener zich naar de persoon met een (vermoeden van) handicap of zijn netwerk verplaatst.

Multidisciplinair team (MDT): Een multidisciplinair team is een dienst die personen met een (vermoeden van) handicap bijstaat bij de aanvraag voor ondersteu­ning bij het VAPH. De term multidisciplinair wordt gebruikt omdat er in het team personen zitten met verschillende achtergronden (arts, sociaal werker …)

Multidisciplinair verslag: Verslag dat een persoon met een handicap nodig heeft om een aanvraag PVB in te dienen. Het geeft een idee van hoeveel on­dersteuning er nodig is en hoe dringend.

Multifunctioneel centrum (MFC): Een voorziening die ondersteuning biedt voor minderjarigen, zowel residentieel als niet-residentieel

NAH: Niet aangeboren hersenletsel.

NAH-procedure: Personen van wie de aanvraag via de NAH-procedure goedgekeurd is, komen, in afwachting van een persoonsvolgend budget, in aanmerking om gebruik te maken van voltijdse opvang bij een vergunde zorgaanbieder die daarvoor rechtstreeks wordt vergoed door het VAPH.

Noodsituatie: Een noodsituatie is een situatie waarin door een onverwachte, acute gebeurtenis onmiddellijk hulp moet worden geboden omdat ondersteuning vanuit het sociaal netwerk (familie, vrienden of kennissen), weggevallen is. Een persoon met een handicap die zich in een noodsituatie bevindt, kan aan het VAPH vragen om zijn situatie als noodsituatie te erkennen. Het VAPH kan dan onmiddellijk een persoonsvolgend budget toekennen.

Niet-rechtstreeks toegankelijke hulp (nRTH): hulp voor mensen met een handicap bij wie intensieve ondersteuning noodzakelijk is. 

Observatie- en behandelingscentrum (OBC): Een observatie- of behandelingscentrum is een centrum voor diagnose en hulpverlening aan jongeren met een verstandelijke beperking, gedragsproblemen of emotionele stoornissen. Het doel van deze centra is een genuanceerde diagnose van het probleem, via intensieve begeleiding, om zo tot een correcte doorverwijzing te komen.

Ondersteuningsnetwerk: Dit netwerk biedt ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Om leerlingen met een handicap of met leer- en opvoedingsmoeilijkheden de kans te geven om les te volgen in een gewone school, wordt hierbij voor alle leerlingen een specifiek zorgbeleid uitgewerkt.

Ouderinitiatief: Bij een geregistreerd ouderinitiatief kunnen personen met én zonder persoonsvolgend budget (PVB) terecht voor zorg en ondersteuning.

Oproepbare permanentie: Oproepbare permanentie is de beschikbaarheid van een begeleider om na een oproep binnen een bepaalde tijd een-op-eenondersteuning te bieden die niet gepland kan worden.  Voorbeeld: hulp oproepen na een val.

P-waarde: nood aan permanentie overdag: De permanentienood geeft aan hoeveel nood de persoon met een handicap overdag heeft aan oproepbaarheid of toezicht van andere personen. Er zijn acht niveaus van permanentienood (P0 tot en met P7). Hoe hoger de waarde, hoe meer nood aan aanwezigheid of toezicht.

Overheadkosten: Dit zijn kosten die niet verbonden zijn aan de zorg voor de persoon zelf. Denk maar aan kosten van leidinggeven, van administratie, ICT, marketing/verkoop, ed.

Persoonlijk assistent: Personen met een ernstige handicap hebben nood aan assistentie bij de activiteiten van hun dagelijks leven. En dit is het werk van een persoonlijk assistent. Persoonlijke assistentie kan verricht worden via dienstencheques, PWA-cheques, vaste contracten, tijdelijke contracten, vrijwilligersvergoedingen, …

Persoonlijk assistentiebudget (PAB): Budgetsysteem vergelijkbaar met de cash variant van het persoonsvolgend budget. Dit systeem geldt nog steeds voor minderjarigen.

Persoonlijke-assistentiebudgethouder: Een persoonlijke-assistentiebudgethouder is een persoon met een handicap of zijn wettelijk vertegenwoordiger aan wie de intersectorale toegangspoort van het agentschap Jongerenwelzijn het persoonlijke-assistentiebudget toekent. De budgethouder bepaalt zelf waar, wanneer, hoe en door wie de assistentie wordt gegeven.

Persoonsvolgend budget (PVB): Een onderdeel van persoonsvolgende financiering. De persoon met een handicap krijgt een budget dat hij of zij via cash of voucher (bij een voorziening) kan inzetten om zo zijn of haar ondersteuning te regelen.

Persoonsvolgende financiering (PVF): Systeem van financiering waarmee de over­heid budgetten toekent aan mensen met een handicap om hun ondersteu­ning te regelen. Het budget gaat naar de persoon zelf en niet naar de voorziening (in tegenstelling tot voor het systeem van persoonsvolgende financiering), daarom heet het een persoonsvolgend budget.

Provinciale evaluatiecommissie (PEC): De provinciale evaluatiecommissie bepaalt de handicap en de behoefte aan ondersteuning én de aard en de graad van de ondersteuning die vereist is om de maatschappelijke integratie mogelijk te maken. Zij zijn betrokken bij de aanvraag van een PVB.

Rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH): Beperkte ondersteuning voor wie af en toe hulp nodig heeft. Voor rechtstreeks toegankelijke hulp dient de persoon geen aanvraag in bij het VAPH, maar stapt rechtstreeks naar de zorgaanbieder.

Refertelijst: De refertelijst beschrijft hulpmiddelen en aanpassingen waarvoor een persoon met een handicap van het VAPH een tegemoetkoming kan krijgen.

Respijtzorg / Kortverblijf: Mensen met een handicap met een persoonsvolgend budget kunnen onder bepaalde voorwaarden beroep doen op kortverblijf of respijtzorg. Kortverblijf of respijtzorg houdt in dat er jaarlijks gebruik gemaakt kan worden van maximum 60 nachten (en dagen) kortopvang bovenop het persoonsvolgend budget.

Spoedprocedure: Wie lijdt aan een specifieke snel degeneratieve aandoening, kan een persoonsvolgend budget aanvragen via de spoedprocedure. Het VAPH kan dan onmiddellijk een budget toekennen. Ook een kind (van 6 tot en met 17 jaar) kan een persoonlijke-assistentiebudget toegekend krijgen via een spoedprocedure wanneer er sprake is van een specifieke snel degeneratieve aandoening.

Subsidie-eenheid: Een subsidie-eenheid is een vrij samen te stellen groep van zorgaanbieders die ressorteren onder dezelfde inrichtende macht. De zorgaanbieders kunnen zijn: een multifunctioneel centrum (MFC), een vergunde zorgaanbieder (VZA), een aanbieder van rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH-aanbieder), een forensische VAPH-unit, een project voor mensen met een handicap in de gevangenis, een unit voor geïnterneerden en een observatie-, diagnose- en behandelingsunit (ODB-unit). Een dienst ondersteuningsplan (DOP) is steeds een afzonderlijke subsidie-eenheid.

Takenovereenkomst: Takenovereenkomst voor de tewerkstelling van een persoonlijk assistent die familielid is tot in de tweede graad of die deel uit­maakt van het gezin van de budgethouder. In deze situatie vervangt dit een arbeidsovereen­komst.

Team budgetbesteding: Team van het VAPH dat vragen over het persoons­volgend budget beantwoordt.

Terbeschikkingstelling (TBS): Wanneer je je budget van de overheid effectief krijgt en kan inzetten (in tegenstelling tot bij een toekenning).

Terugvorderbaar voorschot: Het VAPH stort nooit het volledige bedrag op de rekening van de persoon. Wel 1/4 dat de persoon kan gebruiken om kosten te maken en daarna in te dienen. Het VAPH stort daarna de gemaakte kosten bij.

Toekenning: De overheid beslist na het doorlopen van een procedure of de persoon recht heeft op een budget en over de hoogte van dat budget. Een toekenning betekent nog niet dat je het budget meteen al krijgt. Deze regeling is het gevolg van de wachtlijst.

Transitie: Term die gebruikt wordt om de overgang van het vroegere systeem naar het nieuwe systeem van persoonsvolgende financiering te duiden. Van toepassing op mensen die overschakelen van PAB naar PVB of in de voorziening wonen en een PVB krijgen.

Uitzonderingsprocedure 7/7: Personen die in het oude systeem een goedkeuring hadden voor residentiële, voltijdse zorg en ook gebruik maken van ondersteuning bij een vergunde zorgaanbieder maar bijvoorbeeld een à twee dagen thuis werden opgevangen, konden tot 4 juni 2020 een beroep doen op de uitzonderingsprocedure 7/7. Die garandeert in dat geval dat onmiddellijk en voltijds ondersteuning wordt geboden.

Verblijf: Opvang tijdens de nacht.

Vergunde zorgaanbieders (VZA): Een vergunde zorgaanbieder is een zorgaanbie­der bij wie een meerderjarige terecht kan voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg of ondersteuning. De persoon kan die zorg en ondersteuning betalen met het persoonsvolgend budget. De vergunde zorgaanbieders hebben een vergunning van het VAPH om zorg en ondersteuning te bieden. Enkel zorgaanbieders die kwalitatieve zorg en on­dersteuning aanbieden, kunnen deze vergunning krijgen van het VAPH. Ze moe­ten daarvoor voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen. Zorginspectie inspecteert de vergunde zorgaanbieders.

Vermoeden van handicap: Op elke leeftijd kan er een ‘vermoeden van een handicap’ zijn. Heb je hier voor jezelf, je kind of partner vragen over, dan zijn er een aantal diensten die je gericht kunnen doorverwijzen, een diagnose stellen en gespecialiseerd advies geven.

VIA 4-middelen: Een houder van een persoonlijke-assistentiebudget (PAB) kan maximum 7 % aan VIA 4-middelen ontvangen en gebruiken voor kosten binnen zijn jaarbudget. Naarmate hij kosten registreert die recht geven op VIA 4, zal het totale bedrag van zijn budgetlijn verhogen. Het resterende bedrag dat zichtbaar is op zijn budgetlijn, is het maximumbedrag dat hij nog aan kosten kan registreren inclusief VIA 4-middelen.

Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap (VAPH): Het VAPH biedt bud­getten en tegemoetkomingen aan mensen met een handicap om hun zorg en ondersteuning op maat te financieren. Het VAPH erkent en subsidieert ook organisaties om ondersteuning te bieden zoals multifunctionele centra, dien­sten ondersteuningsplan, en bijstandsorganisaties. Het VAPH is een overheids­administratie die onder de minister van Welzijn valt.

Voogd ad hoc: In het kader van PAB wordt het systeem ‘voogd ad hoc’ vooral gebruikt als er maar één ouder is en die zelf assistent wil worden. Er wordt dan een voogd ad hoc aangesteld. Die neemt alleen het gezag over van het PAB. Voor andere zaken blijft de ouder het ouderlijk gezag behouden. 

Voorlopig bewindvoerder: Er wordt een voorlopige bewindvoerder aangesteld wanneer een meerderjarige persoon zelf niet in staat is om zijn vermogen te beheren. De vrederechter beslist over de aanvraag tot voorlopige bewindvoering. In het kader van PAB kan het zijn dat de persoon met een handicap die onder voorlopige bewindvoering staat, soms nog kan optreden als budgethouder. Maar alle zaken met een financiële kant moeten echter waargenomen worden door de voorlopig bewindvoerder.

Vraagverheldering: Om te weten welke vormen van ondersteuning het meest geschikt en nodig zijn, is het belangrijk dat wordt nagegaan hoe iemand leeft en wilt leven, wat zijn sterktes en zwaktes zijn, welke ondersteuning hij al heeft en welke nog niet ... Dat proces heet een proces van vraagverheldering. Tijdens dat proces staan de noden en wensen van de persoon met een handicap centraal.

Vrij besteedbaar budget: Het vrij besteedbaar budget is het deel van jouw persoonsvolgend budget dat je helemaal vrij mag besteden. Je moet dit dus niet verantwoorden. Je mag dit op je persoonlijke rekening storten en het uitgeven aan eender wat.

Vrijwilligers: Met het PAB en PVB kan je ook beroep doen op vrijwilligers. Deze neem je in dienst via een vrijwilligersorganisatie. Je kan de vrijwilliger een onkostenvergoeding geven voor zijn diensten, een zogenaamde vrijwilligersvergoeding (forfaitair of reëel).

Vlaamse toeleidingscommissie: De Vlaamse toeleidingscommissie (VTC) beoordeelt of de persoon kan erkend worden als persoon met handicap bij de aanvraag van een persoonsvolgend budget of een tegemoetkoming voor hulpmiddelen en aanpassingen. De commissie kent ook de prioriteitengroep toe bij de aanvraag van een persoonsvolgend budget.

Wachtlijst: De middelen die de overheid ter beschikking stelt, zijn niet ge­noeg om elke persoon met een handicap die daar nood aan heeft, effectief een PAB of PVB te geven. Na een aanvraag kom je dan ook op een wachtlijst te staan.

Wegwijzer VAPH-ondersteuning: In de Wegwijzer VAPH-ondersteuning kan je op zoek gaan naar het beschikbare aanbod van de aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) in uw buurt.

Wettelijk vertegenwoordiger: Een wettelijke vertegenwoordiger vertegenwoordigt een minderjarige bij rechtshandelingen. De wettelijk vertegenwoordiger zal bijvoorbeeld arbeidscontracten aangaan voor de PAB- budgethouder. Voor wettelijke vertegenwoordiging komen slechts bepaalde mensen in aanmerking: de (stief)ouders en een voogd. 

Woon- en leefkosten: De kostprijs van een voorziening bestaat uit zorggebonden kosten enerzijds en woon- en leefkosten anderzijds. De woon- en leefkosten zijn de niet-zorggebonden kosten die voorzieningen ook aanrekenen aan hun gebruikers. Het zijn kosten die niet kunnen betaald worden met het persoonsvolgend budget (PVB). Deze kosten worden ook apart op je factuur vermeld. De zorggebonden kosten (andere dan woon- en leefkosten) betaal je wel met je PVB. Dit zijn de kosten die je betaalt omdat je beroep doet op personeel van een voorziening. Woon- en leefkosten zijn niet van toepassing binnen het PAB.

Woonondersteuning: Begeleiding en permanentie in groep ‘s avonds, ‘s nachts en ‘s ochtends, gedurende een aantal nachten per week of een hele week. Voorbeelden: bij een vergunde zorgaanbieder overnachten, in een kleine groep samenwonen en samen ondersteuning krijgen.

Zeer uitzonderlijke zorgbehoefte: dit doet zich voor als de persoon met een handicap zich in een situatie bevindt die op een treffende wijze verschilt van die van de groep van personen met soortgelijke beperkingen; OF als die situatie het gevolg is van factoren als eventuele aanvullende gezondheidsproblemen of de sociale, professionele en gezinssituatie.

Zorgbudget voor mensen met een handicap: Het zorgbudget voor mensen met een handicap (basisondersteuningsbudget) is bedoeld voor personen met een erkende handicap en een beperkte ondersteuningsnood. Het zorgbudget is een vast bedrag van 300 euro per maand dat uitbetaald wordt door de zorgkassen.

Zorgwijs: Op www.zorgwijs.be kan je op zoek gaan naar het beschikbare aanbod van de zorgaanbieders die in je buurt ondersteuning aanbieden die je kan  betalen met je persoonsvolgend budget.

Zorgzwaarte-instrument (ZZI): Het zorgzwaarte-instrument bepaalt zo nauwkeu­rig mogelijk hoeveel ondersteuning een persoon met een handicap nodig heeft in vergelijking met anderen.

Zorgcontinuïteit: Door het gebruik van 2 verschillende systemen voor min­derjarigen en meerderjarigen, is het belangrijk dat minderjarigen hun zorg behouden en kunnen verderzetten bij de overgang naar meerderjarigheid. Voor alles wat hiermee te maken heeft, wordt de term zorgcontinuïteit gebruikt.

 

Medische termen

Abductie: Van elkaar weg bewegen, naar buiten bewegen

Adductie: Tegenovergestelde van abductie, naar elkaar toe bewegen, naar binnen bewegen

ADHD: De afkorting ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. In het Nederlands betekent dat aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. De hersenen van mensen met ADHD reageren sneller op prikkels (impulsen, stemmingen en gebeurtenissen). Dit kan ertoe leiden dat je snel bent afgeleid en je je moeilijk kunt concentreren.

AFO's: Een AFO helpt de voet op te tillen tijdens de zwaaifase, zorgt voor meer zekerheid tijdens het lopen en minder risico op struikelen en vallen. Deze kunnen voorzien worden om in de schoen te dragen of om aan de buitenkant van de schoen te bevestigen.

ASS: Een autismespectrumstoornis (ASS) is een ontwikkelingsstoornis waarbij de informatieverwerking in de hersenen verstoord is. We zien moeilijkheden op 3 gebieden: Sociale interactie en verbeelding. Ze zijn bijvoorbeeld erg in zichzelf gekeerd of maken geen oogcontact met anderen; ze kunnen zich moeilijk inleven in andere mensen. Communicatie en (lichaams-)taal. Ze herkennen vaak geen gezichtsuitdrukkingen (boos, blij, verdrietig), hun taalontwikkeling is vaak vertraagd en afwijkend; ze nemen figuurlijke uitspraken letterlijk. Stereotiepe interesses en gedrag. Ze kunnen bijvoorbeeld helemaal opgaan in een bepaalde activiteit, zodat nergens anders aandacht meer voor is. In hun gedrag zijn vaak herhalende patronen te herkennen. Het klassieke autisme is een vorm van ASS.

CP: CP staat voor cerebrale parese of hersenverlamming, dit is een groep van aandoeningen waarbij de sturing van de spieren door de hersenen moeilijker verloopt. Hierdoor kan het bijvoorbeeld zijn dat je kind moeilijker kan stappen.

CVI: CVI staat voor cerebrale visuele stoornissen. De hersenen hebben het moeilijk om visuele informatie te verwerken. Dit kan het gevolg zijn van hersenbeschadiging of een aangeboren afwijking van de hersenen. Vaak is de gezichtsscherpte minder, maar de gevolgen van CVI verschillen van kind tot kind.

DCD: DCD is een ontwikkelingsstoornis van het coördineren van je bewegingen. Hierdoor kan je kind dagdagelijkse bewegingen moeilijker uitoefenen dan zijn leeftijdsgenoten, het vangen van een bal kan bijvoorbeeld een moeilijke opgave zijn.

Diplegie: Problemen met het bewegen aan de twee kanten van het lichaam, bijvoorbeeld bij beide benen. Dit gaat vaak gepaard met krachtsverlies en spasticiteit.

Dystoon: Een stoornis in de spanning van de spieren. Vaak is de spanning in de spieren te hoog en soms is deze weer normaal. De spieren werken ook moeilijker samen, hierdoor ontstaan draaiende, wringende bewegingen en ook abnormale houdingen van een of meer lichaamsdelen. De bewegingen kunnen in alle lichaamsdelen optreden, zowel in rust als tijdens een willekeurig uitgevoerde beweging.

ECG: ECG staat voor elektrocardiogram. Een hartfilmpje is meestal het eerste onderzoeken dat je krijgt bij pijn op de borst. Het is een snel en eenvoudig onderzoek dat geen pijn doet. Bij een ECG wordt de activiteit van het hart gemeten.

EEG: Een EEG is een onderzoek waarbij hersenactiviteit elektrisch wordt gemeten. Elektroden op het hoofd gaan hersengolven registreren, Er wordt zowel gekeken naar normale activiteit van de hersenen (zoals bij een gezond persoon), als naar afwijkende activiteit, verschijnselen die normaal niet thuishoren in een EEG.

EMG: Bij een EMG wordt de elektrische activiteit van de spieren gemeten. Daarnaast kan ook de activiteit van de zenuw die de spier aanstuurt worden gemeten. Als een spier samentrekt, geeft de spier een elektrisch signaal af. Meestal in ledematen, maar kan ook in aangezicht, keel, rug, bekkenbodem…

ERG: Met een ERG beoordeelt de oogarts de werking van het netvlies. Het onderzoek meet de werking van de cellen in verschillende lagen van het netvlies in respons op een lichtflits.

Hemiplegie: Een halfzijdige verlamming of verlies van spierkracht, dit als een gevolg van hersenbeschadiging. We zien dit dan vooral optreden in het been, de voet, de arm of het hand en dit aan één zijde van het lichaam.

Hypertoon: Een hogere spierspanning hebben.

Hypotoon: Een verminderde spanning van de spieren. Deze spanning kan gaan van nauwelijks merkbaar (slaap) tot bijna volledig opgespannen (stress). Als een spier niet de spanning heeft die men zou verwachten in een bepaalde situatie, dan spreekt men van een hypotone spier.

MRI: een onderzoekstechniek die gebruik maakt van sterke magneetvelden en radiogolven (geen röntgenstraling) om organen en andere lichaamsweefsels gedetailleerd in kaart te brengen. Tijdens het onderzoek lig je in een smalle tunnel en wekt het MRI-toestel via sterke magneetvelden en radiogolven bepaalde signalen in het lichaam op. De computer vangt deze signalen via een antenne op en verwerkt deze tot een afbeelding. Deze afbeelding toont een doorsnede van het gescande lichaamsdeel of orgaan. Een MRI-scan kan het hele lichaam of bepaalde delen van het lichaam onderzoeken (bv. hersenen, bovenbuik, borsten, wervelkolom…).

Quadriplegie: Een toestand waarbij alle vier de ledematen verlamd zijn…

Om de gebruikerservaring van deze site te verbeteren gebruikt deze website cookies. Ik ga akkoord